Het dodenrijk is voor veel mensen een uitermate moeilijk begrip. Het is dusdanig moeilijk dat het uit diverse bijbels geheel of gedeeltelijk is verdwenen. Het dodenrijk wordt daarom op twee manieren uitgelegd. De tweede uitleg is compleet met korte citaten uit de Openbaring van Paulus en het Boek van Henoch. Wil je uitleg 2 eerst lezen, klik dan HIER. 

Dodenrijk, uitleg 1.

Of het dodenrijk al bestaat vanaf het begin van de schepping is bij niemand bekend. De aarde is geschapen als een gevangenis voor de gevallen engelen. Volgens wetenschappers is de aarde al 4½ miljard jaar oud, maar aan menselijke wijsheid mag getwijfeld worden. Eigenwijs is ook wijs, toch? Als ik een 'bijbelse' berekeningsmethode toepas, dan kom ik uit op ongeveer 269.500.000 jaren. 

De gevallen engelen zijn door God veroordeeld om te sterven als mensen, maar voordat ze in een mens incarneren om te kunnen sterven als een mens, moeten ze eerst in allerlei vormen willoos hun weg gaan. Pas als de gevallen goden in een mens geïncarneerd zijn, hebben ze hun vrije wil en het denkvermogen weer ontvangen, maar het geheugen van wat er in de vele miljoenen jaren is gebeurd, is gewist. 

Het dodenrijk is pas in gebruik genomen vanaf het moment dat de eerste mens op aarde doodging, dus door de dood van Abel. Dat is ongeveer 5800 jaargetijden. De zondeval was 5920 jaar geleden, en er staat nergens beschreven op welke leeftijd Abel werd gedood. Al de voorgaande miljoenen eeuwen zijn de gevallen engelen geïncarneerd en gereïncarneerd in de stenen-, de planten- en in de dierenwereld. 

Even iets over de vele verschillende bijbels. Het woord DODENRIJK komt in de HSV, de KBS, de huidige statenvertaling en in de wereldbijbel van de Jehova’s niet meer voor. In de oorspronkelijke bijbel stond het woord 'DODENRIJK' ongeveer 75 keer vermeld. De NBG51 heeft nog steeds 73 keer deze vermelding staan. De uitleg van het DODENRIJK is te vinden in de Openbaring van Paulus en in het Boek van Henoch, dus niet in de bijbel. Echter, als je het dodenrijk echt begrijpt, dan begrijp je (waarschijnlijk) ook de verwijzingen in de bijbel naar het dodenrijk. De apocriefe geschriften zijn gratis te downloaden. 

De opbouw van het dodenrijk.

Lichamelijk dood is niet dood; het geestelijke lichaam kan niet sterven. Nadat de 'goden' die tegen God in opstand waren gekomen, zijn geïncarneerd in een sterfelijk lichaam, kiezen ze uit vrije wil een bepaalde manier van leven. Deze levenswijze bepaalt waar je terechtkomt. Er zijn drie plaatsen waar de ziel geplaatst kan worden; er is ook een extra wachtruimte. 

De wachtruimte. 

De wachtruimte is voor hen die door een medemens zijn vermoord. De moordenaar wordt geconfronteerd met de vermoorde ziel om rechtvaardig geoordeeld te worden. Ieder mens heeft te allen tijde een engel bij zich die dagelijks rapporteert. Deze rapportage, die voor 100% betrouwbaar is, is van doorslaggevende betekenis inzake het lot van de moordenaar. Deze rapportage kan beïnvloed worden door enkele factoren waar wij als levende mensen geen zicht op hebben. 

Drie plaatsen die in overeenstemming zijn met de leefwijze op de aarde.

1. Deze plaats is voor de nederigen die Jezus erkennen als hun Verlosser en hun leven zo hebben ingericht dat ze in nederigheid met God hebben gewandeld en de liefde voor de naaste altijd in ere hebben gehouden, voor zover mogelijk tijdens het aardse leven, tot en met de dood. Deze zielen worden niet geoordeeld. 

2. Deze plaats is voor een zeer gemixt gezelschap. Echter, de leefwijze heeft geen aanleiding gegeven om deze zielen al bij hun natuurlijke dood reeds te veroordelen naar de Poel van Vuur en Zwavel voor een nieuwe periode tot in de eeuwen der eeuwen. 

3. Deze plaats is voor hen die in hoogmoedigheid en/of liefdeloosheid de levensweg zijn gegaan. De regeringsleiders en de valse profeten worden letterlijk bij name genoemd. Deze zielen zullen opnieuw de weg die begint in de poel van vuur moeten gaan. Deze weg duurt opnieuw een periode tot in de eeuwen der eeuwen; dat is lang, maar niet oneindig. 

Twee bijbelse verwijzingen naar plaats 2.

1 Korintiërs 3:11-15 EBV24 Want niemand kan een ander fundament leggen dan dat wat gelegd is, dat is Jezus Christus. En of nu iemand op dit fundament bouwt met goud, zilver, kostbare stenen, hout, hooi of strostoppels, ieders werk zal openbaar worden, want de dag zal het openbaar maken. Want wat de aard van ieders werk is, zal door het vuur openbaar worden, het vuur zal het verschil tonen. Als het werk dat iemand daarop gebouwd heeft, blijvend is, zal hij loon ontvangen en als iemands werk verbrand wordt, zal hij schade lijden, maar zelf zal hij ontkomen als door het vuur heen.

Zacharia 13:7-9 EBV24 “Zwaard, ontwaak tegen mijn Herder en tegen de man die mijn metgezel is, spreekt de HEERE van de legermachten. Sla die Herder en de schapen zullen verstrooid worden, maar Ik zal mijn hand weer beschermend over de geringen (kleine) brengen.” “Het zal gebeuren in heel het land, zo spreekt de HEERE, dat twee delen daarin zullen worden uitgeroeid en de geest geven, maar het derde deel zal daarin overblijven. Dat derde deel zal Ik in het vuur brengen en Ik zal hen louteren, zoals men zilver loutert, en Ik zal hen op de proef stellen, zoals men goud beproeft. Zij zullen mijn Naam aanroepen en Ik zal hen verhoren. Ik zal zeggen: ‘Het is mijn volk!’ en zij zullen zeggen: ‘De HEERE is mijn GOD!’”

Deze twee teksten omschrijven twee verschillende groepen in het (vage)vuur. 

De groep uit 1 Korinthe 3 zijn mensen die een twijfelachtige reputatie hebben opgebouwd, een groep die niet gelovig is en niet erg nederig, maar desondanks niet slecht genoeg om teruggeworpen te worden in de poel van vuur en zwavel. Voordat ze het vagevuur verlaten, zullen ze Jezus erkennen als de Verlosser, maar ze hebben nog een lange weg te gaan om te leren wat het inhoudt om de naaste lief te hebben als zichzelf. 

De tekst uit Zacharia 13 is een tekst die te maken heeft met de eindtijd. Om preciezer te zijn: het is de periode van de vier bazuinen, het natuurgeweld. Door het natuurgeweld ontstaat er een enorme angst; juist door de angst roepen deze mensen om God. Dit zijn de 'geringe mensen' die niet geloven, maar hun levensstijl was eenvoudig en op een dienende wijze. Dat wordt hun als rechtvaardigheid aangerekend. Tijdens de periode van het 1000-jarig rijk vertoeven ze in het (vage)vuur, waar ze gelouterd worden en zullen erkennen dat Jezus de Verlosser is.

In de zeer oude Statenvertalingen komt het begrip DODENRIJK ongeveer 75 keer voor, in de NBG51 73 keer, in de HSV 0 keer. Ik heb het niet van alle bijbels bekeken, maar het verschilt dus per bijbeltype. In de plaats van het begrip DODENRIJK worden woorden gebruikt als graf, hel of groeve. Het dodenrijk is geen graf,  ook geen massagraf, want ieder mens komt in het dodenrijk als hij of zij sterft. Het lichaam sterft, maar de geestelijke mens blijft bestaan. 

De overige twee delen, de geest en de ziel, blijven bestaan. De geest: het geestelijke lichaam door God gegeven. De ziel, het persoonlijke deel, jouw karakter, jouw persoonlijkheid is gekoppeld aan de geest. Als je niet gelooft, dan weet je in ieder geval dat er een lichaam is, en dat dit lichaam ook een karakter bezit. Zo is het geestelijk ook. Een geestelijk lichaam met eeuwigheidswaarde met een eigen persoonlijkheid. Jij hebt een vrije wil en de intelligentie om zelfstandig na te kunnen denken, dat blijft. Als je sterft, dan verdwijnt met het natuurlijke lichaam de kennis die je verworven had door middel van studie. Dus de aardse kennis verdwijnt bij het sterven van het lichaam. Jouw geloof, jouw karakter, jouw persoonlijkheid, dat blijft bestaan. 

In het Boek van Henoch staat het zo vertelt, in een paar zinnetjes, heel eenvoudig, maar duidelijk. 

Een citaat uit hoofdstuk (sectie) 8, vertaler: Wim Jongman.

22.8 Toen vroeg ik over hem, en over het oordeel over hen allen, en ik zei: “Waarom is de een gescheiden van de ander.”

22.9 En hij antwoordde mij, en zei tot mij: “Deze drie plaatsen werden zo gemaakt, opdat zij de geesten in de dood zouden scheiden. En de zielen van de rechtvaardigen zijn op deze manier gescheiden, dit is de bron van water, en daarboven het licht.

22.10 Ook is er een plek gecreëerd voor zondaren, wanneer zij sterven, en begraven zijn in de aarde, en het oordeel nog niet over hen is gekomen tijdens hun leven.

22.11 Maar hier worden hun zielen gescheiden voor deze grote kwelling, tot aan de Grote Dag des Oordeels met bestraffing en kwelling voor hen die voor eeuwig vervloekt zijn, en een wraak op hun zielen. En daar zal Hij hen voor altijd binden. Waarlijk, Hij is van het begin van de wereld.

22.12 En er is een plaats afgescheiden voor de zielen van hen die klagen, en informatie geven over hun vernietiging, over wanneer ze werden gedood, in de dagen van de zondaars.

22.13 Daarom is er een plek gemaakt, voor de zielen van mensen die niet rechtvaardig zijn, maar zondaars, die hun wangedrag vol maakten en met de onrechtvaardigen zullen zij hun lot delen. Maar hun zielen zullen niet worden gedood op de dag des oordeels, noch zullen zij opstijgen van hier.”

Wat we nooit moeten vergeten is dat ieder boek c.q. geschrift door mensen is overgeschreven en vertaald, letterlijk ieder geschrift. Tijdens dit overschrijven is de persoonlijke eigen mening vaak subtiel verwerkt. Hierdoor verandert de essentie van het hele originele schrijven. Momenteel hebben veel mensen het over de brontekst, maar die zogenaamde brontekst, is dat wel de échte brontekst? Als je echt gaat onderzoeken, dus lezen, herlezen, interpreteren, nog een keer lezen en herlezen en weer opnieuw vertalingen met elkaar gaat vergelijken, dan kom je regelmatig tot verbazingwekkende conclusies. En allemaal zeggen ze dat de vertalingen zijn gegrondvest op de grondtaal; ze bedoelen dus de brontekst die geen brontekst is.

Dodenrijk: De bron met water en licht erboven. 

Er staat geschreven dat deze plaats een plaats is voor de rechtvaardigen. Dus een juiste vraag kan zijn: Wie is een rechtvaardige? Om het kort te vertellen; een rechtvaardige is iemand die in nederigheid met God heeft gewandeld tot en met de dood. Een vervolgvraag zou kunnen zijn: Wat is nederigheid? Iemand die nederig is, staat niet op de voorgrond, doet stilletjes zijn ding, zal niet op willen vallen, ook niet bij het doen van goede dingen. Deze persoon zal aan zijn rechterhand niet laten zien wat de linkerhand doet.

Dodenrijk: De plaats voor zielen die nog niet zijn geoordeeld. 

Zacharia 13:7-9 EBV24 “Zwaard, ontwaak tegen mijn Herder en tegen de man die mijn metgezel is, spreekt de HEERE van de legermachten. Sla die Herder en de schapen zullen verstrooid worden, maar Ik zal mijn hand weer beschermend over de geringen (kleine) brengen.” “Het zal gebeuren in heel het land, zo spreekt de HEERE, dat twee delen daarin zullen worden uitgeroeid en de geest geven, maar het derde deel zal daarin overblijven. Dat derde deel zal Ik in het vuur brengen en Ik zal hen louteren, zoals men zilver loutert, en Ik zal hen op de proef stellen, zoals men goud beproeft. Zij zullen mijn Naam aanroepen en Ik zal hen verhoren. Ik zal zeggen: ‘Het is mijn volk!’ en zij zullen zeggen: ‘De HEERE is mijn GOD!’”

Dodenrijk: De plaats voor geoordeelde zielen.

Openbaring van Paulus, hoofdstuk 41. hij droeg me van het noorden weg en zette me boven een put en die bleek met zeven zegels verzegeld te zijn. De engel die bij me was nam het woord en zei tegen de engel van die plaats dat hij het deksel van de put moest openen om Gods innig geliefde vriend Paulus daarin een blik te gunnen, omdat hem toestemming was gegeven om alle straffen van de onderwereld te zien. De engel zei tegen me dat ik op een afstand moest gaan staan om de stank van die plaats te kunnen uithouden. Toen de put open was kwam er onmiddellijk een of andere vuile, zeer gemene stank omhoog die alle straffen te boven ging. Ik keek in de put en zag klompen van vuur die aan alle kanten in brand stonden en een nauwe opening. En de ruimte van die opening van de put was zo nauw dat er slechts één mens door kon. De engel begon te spreken en zei tegen me dat als iemand in deze put van de afgrond is gegooid en de ingang boven hem was verzegeld, er nooit meer iets van hem werd vernomen voor het aangezicht van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest en de heilige engelen. En ik zei: "Wie zijn dat, heer, die in deze put worden gegooid. Hij zei tegen mij dat dit ieder is die niet belijdt dat Christus in het vlees is gekomen" en dat de maagd Maria hem heeft gebaard en ieder die ontkent dat het brood van de eucharistie en de beker van de zegening het lichaam en bloed van Christus is."

We zien hier de katholieke beïnvloeding terug. Dit document is volgens de beschrijving pas gevonden rond 350 na Chr. , en is via de keizer terecht gekomen in handen van de toen heersende religieuze macht, dus de begintijd van de katholieke heerschappij die begonnen is na het Concilie van Nicea 325 AD.

Uw mailadres wordt nergens voor gebruikt, alleen indien noodzakelijk of gewenst om op uw bericht te reageren voor een één op één contact. Dit werkt als zijnde een blog, dus iedereen kan weer reageren op uw bericht. Indien u één op één wilt communiceren, dan gaat u naar de contactpagina.